Marcel vertelt het verhaal over een Vlaamse plattelandsjongen die door zijn grootouders wordt opgevoed, ergens op het Vlaamse platteland. Langzaam ontdekt hij het geheim en de schande die sinds de oorlog aan de familie kleeft. Tegelijk draait het verhaal om Marcel, die enkele decennia eerder aan het Oostfront is gesneuveld en wiens portret deel uitmaakt van de verzameling portretten die grootmoeder van alle familieleden aanlegt. In een suggestieve stijl geeft Erwin Mortier een scherp, ironisch beeld van de familie en de kennissenkring, die moeten leven met een verleden dat ze beurtelings willen verbloemen en onthullen.